Aan het einde van de 19e eeuw vond er een grote verandering plaats onder de studenten aan de (destijds) Polytechnische Hogeschool Delft. Waar de universiteit vroeger vooral voor de kinderen van ouders uit de hogere klassen was, kwamen er steeds meer studenten uit alle lagen van de maatschappij. Aanvankelijk probeerden deze studenten aansluiting te vinden bij de belichaming (corps) van de Delftse studenten: het DSC.
Dit liep echter een stuk minder goed dan door iedereen gehoopt werd. De nieuwe studenten konden zich niet vinden in de hiërarchie en ontgroening van het Corps en ze vonden de hoge kosten van het lidmaatschap een barrière die niet meer van die tijd was. Er werd lange tijd geprobeerd veranderingen te weeg te brengen bij het Corps, maar helaas zonder resultaat. Hierdoor was een steeds groter gedeelte van de studenten in Delft niet verenigd, terwijl ze dit wel allen nuttig vonden voor hun persoonlijke en professionele ontwikkeling.
Een groep van 90 studenten besloot hierop het heft in eigen handen te nemen en heeft op 30 oktober 1897 de Delftsche Studenten Bond opgericht. De vereniging had als doel om de voordelen van het lidmaatschap van een studentenvereniging te bieden aan alle studenten in Delft. Hierbij waren gelijkwaardigheid, lage kosten en geen ontgroening de belangrijkste normen en waarden.
Destijds was dit een behoorlijk revolutionaire actie. Het was de officiële bevestiging van de breuk met het principe dat er één belichaming was van alle studenten. Er zijn rond de oprichting dan ook hoogoplopende discussies geweest over de erkenning van de Bond door de Hogeschool en met name het Corps zelf. Dit leidde onder andere tot duw- en trekpartijen in de collegezalen over wie waar mocht zitten.
Hoewel de DSB aanvankelijk bedoelt was als tijdelijke vereniging totdat het oprichtingsdoel niet meer nodig was, werd duidelijk dat het Corps zich niet ging aanpassen en hebben de leden ervoor gekozen om de vereniging voort te zetten op eigen benen.
Hierop besloot de Bond om dan ook een volwaardige invulling aan de studententijd te gaan geven. De eerste almanakken werden gemaakt, het Bondslied werd geschreven en ook de eerste lustra waren een succes. In de Eerste Wereldoorlog is de vereniging een tijdje praktisch volledig bestuurd door één lid aangezien de overige leden in militaire dienst moesten. Gelukkig kwamen de overige leden weer terug uit de dienst en wisten ze weer snel hun plaatsje te vinden bij de Bond.
Rond deze tijd werden ook de eerste onderverenigingen van de DSB opgericht. Hier konden leden van de DSB samen een plekje vinden om hun hobby's te beoefenen. Een aantal onderverenigingen bestaan nog steeds!
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd al snel duidelijk dat de Duitse bezetting minder rooskleurig zou zijn voor alle studentenverenigingen. Op last van de bezetter moesten alle studentenverenigingen worden ontbonden en was het verboden om met groepen studenten samen te komen. Een groep dappere leden heeft toen een aantal relikwieën zoals het vaandel van de vereniging veilig weten te stellen door het te verstoppen op hun kamers.
Na de oorlog werd er door alle studenten in Delft weer gekeken naar het samengaan tot één grote studentenvereniging. Wederom bleek dat de verschillen te groot waren om te overbruggen en de DSB werd dan ook heropgericht. Al snel groeide het aantal leden weer en in 1953 verhuisde de vereniging naar het monumentale pand aan de Oude Delft 123 waar we nog steeds gevestigd zijn: Sociëteit Tyche.
In dit nieuwe pand kon de DSB echt tot bloei komen, dankzij de vele mogelijkheden die het bezit van een eigen pand bieden. Ook het aantal onderverenigingen en colleges nam snel toe, zodat iedere nieuwe student zijn plekje bij de DSB zou kunnen vinden. Hiernaast werd er, mede door de DSB, de Federatie van Unitates en Bonden opgericht. Dit samenwerkingsverband van verenigingen uit verschillende steden met gelijkwaardigheid als grondbeginsel heeft als doel om de onderlinge integratie te bevorderen.
Ook de tijdsgeest heeft zijn invloed gehad op de vereniging. In de jaren zestig en zeventig bijvoorbeeld waren er genoeg leden die richting de hippie-kant leunden en hiervoor de kelderbar hadden geclaimd als chill-ruimte inclusief bijbehorende wietlucht. Begin jaren '70 wordt het lidmaatschap ook voor vrouwelijke studenten opengesteld.
Nu inmiddels zijn we 126 jaar verder en heeft de DSB een lange geschiedenis achter de rug waarin keer op keer duidelijk is geworden wat de toevoeging is voor het studentenleven van een vereniging. Nog steeds staan de drie grondbeginselen centraal in de vereniging. Hoewel er door de jaren heen veel veranderd is, is de DSB nog steeds dé plek om een studententijd te beleven met al het moois wat het lidmaatschap kan bieden!